Van werkplaats aan huis tot een grote bedrijfshal in Barneveld; Henk van den Brink is in de afgelopen jaren hard gegroeid met Autoschadeherstel Van den Brink. Vooral doordat hij nog steeds álles zelf doet. ‘Klanten weten dat ze hier nergens meer naar om hoeven te kijken.’

De nieuwe bedrijfshal van Van den Brink staat vol technische apparatuur. Een spuitcabine, een verfmengruimte en een aantal bruggen. Op een enkele verfdruppel na, is het er verrassend schoon voor een autoschadeherstelbedrijf. ‘Een schone werkplaats is een absolute ‘must’,’ begint Henk. ‘Niet alleen voor mezelf, maar ook voor mijn klanten. Wanneer zij hun auto brengen, staan ze direct bij mij in de werkplaats. Ik vind het belangrijk dat zij dan een nette plek zien. Ik ga toch even met hun auto aan de slag, voor sommigen is dat niet niets.’

Grote schades minder

Van den Brink merkt goed dat de economie weer aantrekt. ‘Mensen komen weer vaker met krasjes en kleine deukjes, terwijl ze daar eerder op bespaarden. “Ik kijk het nog wel even aan” of “Ik heb nu momenteel geen geld” hoorde ik dan. Grote schades zijn wel fors minder geworden. Auto’s die bijvoorbeeld redelijk totall loss zijn, worden tegenwoordig opgekocht door autohandelaren die ze weer doorverkopen naar het buitenland. Daar kom je niet makkelijk tussen en dat wil ik ook niet. Kleinere klussen als een beschadigde bumper of blikschade op een portier vind ik veel leuker.’

‘Bij grote bedrijven kom je vaak niet verder dan de balie. Dat is bij mij wel anders.’

Elke deuk is anders

Het is voor Henk elke week weer een verrassing wat er binnenkomt. Ondanks dat hij verschillende vaste klanten heeft, zoals bedrijfswagenparken en garages, heeft hij nooit een week hetzelfde werk. ‘Dat maakt het vak juist zo leuk. Sterker nog, elke deuk of kras is zelfs anders. Ze zitten op andere plekken, op verschillende auto’s en je hebt steeds weer andere kleuren en materialen nodig om het netjes te repareren.’ Toch is de drukte en hoeveelheid van werk erg afhankelijk van de auto-eigenaar. ‘Sommige mensen kunnen het niet uitstaan dat er een krasje op hun bumper zit, anderen die balen, maar wachten met uitdeuken. Geen lijn op te trekken dus.’

Bijzondere projecten

Ondertussen zit Henk alweer ruim 20 jaar in het vak. Een prachtig vak, als je het hem vraagt. ‘Het geeft nog steeds een kick als auto’s beschadigt binnenkomen en jij ze weer mooi naar buiten laat komen.’ In die 20 jaar werkte hij aan een hoop bijzondere klussen, die hij in het begin vooral nog in de avonduren deed met de gedachte ‘ik moet toch ergens beginnen’. ‘Ik weet nog goed dat er eens een auto binnenkwam waarvan de complete ‘neus’ totall loss was. Het was aan mij om er een hele nieuwe neus aan vast te lassen. Och, wat ben ik daar lang mee bezig geweest. Een fantastische klus als ik erop terugkijk. Wel moet ik erbij zeggen dat dit jaren geleden was, in een tijd waar auto’s nog niet bomvol technologie zaten. Als een neus nu net zo totall loss was als toen, begin ik er niet eens meer aan. Te complex en tijdrovend.’

Turbulent jaar

In 20 jaar waren er pieken en dalen. Sommige heftiger dan anderen. Vooral 2016 was een turbulent jaar. Henk was niet alleen druk bezig met het uitbreiden van zijn zaak, maar hij kreeg ook nog eens het verschrikkelijke nieuws dat zijn zoon Corné een dodelijk auto-ongeluk had gehad. ‘Het is eigenlijk met geen pen te beschrijven wat er dan door je heen gaat. Alles stort in. Het kostte mij enorm veel moeite om alles weer op de rit te krijgen. Ik moest tegelijkertijd een keuze maken wat ik wilde gaan doen met mijn bedrijf en vooral waar. Dat maakte 2016 een heel moeilijk jaar. Jammer vind ik dat Corné deze nieuw plek nooit heeft gezien. Hij begreep namelijk mijn liefde voor dit vak goed.’

‘Bel altijd eerst met een autoschadeherstelbedrijf als je schade rijdt.’

Verzekeringswerk

Gelukkig vond Henk de kracht om zijn benen eronder te houden en staat er nu een mooi en compleet bedrijf. Een tip die hij aan iedereen wil meegeven is “bel eerst altijd met een autoschadeherstelbedrijf, met mij bijvoorbeeld, voordat je je verzekeringsmaatschappij belt”. ‘Dit om eerst te overleggen wat handig is met desbetreffende schade: wel opgeven of juist niet? Soms is het bijvoorbeeld beter om kleine schades zelf te betalen, om zo je no-claim korting te behouden.

Als de auto eenmaal binnen in mijn werkplaats staat, regel ik verder alles. Van eventuele overleggen tussen de verzekeringsmaatschappij tot reparatie. Dat is een stukje ontzorgen en dat doe ik eigenlijk het liefst. Mensen komen hier en weten gewoon dat als ze terugkomen hun auto er weer netjes uitziet en ze verder nergens meer naar om hoeven te kijken.’